Maar goed - ik weid uit blijkbaar. Want ik wou gewoon zeggen dat we de vakantie afgerond hebben in de mooie streek rond Poperinge. Ge weet wel - op een boogscheut van Bachten de Kupe.
't Vrouwke had weer een knap huizeke gevonden - met de nadruk op -ke, want groot was het niet. En dan vooral in de hoogte (Lang uitgevallen mensen - bvb. Nederlanders - krijgen hier geheid rugpijn van het gebukt lopen). Het huizeke, of beter - 't uzje - ligt verstopt achter een bos en is omringd door akkers. Rust gegarandeerd!
We hadden de fietsen meegedaan, want de Westhoek is prachtig fietsgebied. Niet dat het fietsknopennetwerk er zoals in "de Limburg" in veel gevallen over echte fietspaden uitgestippeld is, maar de wegen zijn er voldoende klein en rustig. En je rijdt er onder een veel te groot lijkende hemel.
We maakten er een prachtige fietstocht die de IJzer stroomafwaarts volgt, vertrekkende in Roesbrugge, niet ver van de Franse grens.
Het oorspronkelijke plan was er vanaf daar de IJzer te volgen op het jaagpad, maar in Roesbrugge zagen we dat het jaagpad er verboden is voor alles behalve wandelaars. Dus volgden we het fietsknooppuntennetwerk langs Stavele tot Elzendamme waar we het jaagpad konden oppikken.
Van Elzendamme ging het naar het prachtige plaatsje Fintele. Daar wilden we een ijsje en pannekoek maar we vonden dat we eerst nog wat verderop richting Pollinkhove moesten fietsen, tot we een zicht hadden op de Machuitmolen.
We volgden dus de knooppunten 69, 71, 62 (Stavele), 61, 60 (Elzendamme), 59 5Fintele) en een stukje richting 55 (Pollinkhove). Maar op de terugweg kozen we er voor om vanaf Elzendamme niet het knooppuntennetwerk, maar verder het jaagpad langs de IJzer tot aan het Hof Van Commerce (een aanrader!) te volgen. Daar draaiden we af richting Stavele.
Van die terugtocht heb ik niet veel beelden, want we werden onderweg overvallen door een fikse stortbui. Na enkele minuten waren we al door en doornat en stonden we onder een knotwilg te rillen tot het over was. Onder al dat geweld kon ik niet anders dan denken aan dat éne lied van Jacques Brel - Mijn Vlakke Land.
Wanneer de Noordzee koppig breekt aan hoge duinen
En witte vlokken schuim uiteenslaan op de kruinen
Wanneer de norse vloed beukt aan het zwart basalt
En over dijk en duin de grijze nevel valt
Wanneer bij eb het strand woest is als een woestijn
En natte westenwinden gieren van venijn
Dan vecht mijn land, mijn vlakke land
Wanneer de regen daalt op straten, pleinen, perken
Op dak en torenspits van hemelhoge kerken
Die in dit vlakke land de enige bergen zijn
Wanneer onder de wolken mensen dwergen zijn
Wanneer de dagen gaan in domme regelmaat
En bolle oostenwind het land nog vlakker slaat
Dan wacht mijn land, mijn vlakke land
Wanneer de lage lucht vlak over 't water scheert
Wanneer de lage lucht ons nederigheid leert
Wanneer de lage lucht er grijs als leisteen is
Wanneer de lage lucht er vaal als keileem is
Wanneer de noordenwind de vlakte vierendeelt
Wanneer de noordenwind er onze adem steelt
Dan kraakt mijn land, mijn vlakke land
Wanneer de Schelde blinkt in zuidelijke zon
En elke Vlaamse vrouw flaneert in zon-japon
Wanneer de eerste spin zijn lentewebben weeft
Of dampende het veld in juli-zonlicht beeft
Wanneer de zuidenwind er schatert door het graan
Wanneer de zuidenwind er jubelt langs de baan
Dan juicht mijn land, mijn vlakke land