donderdag 18 juli 2019

Molden

Onze laatste dagwandeling ging naar Molden, een bergtop op 1116m hoogte, bekend om zijn uitzichten op enkele armen van de Sognefjord, nl. Lustrafjord en Gaupnafjord.

De klim heet middelzwaar te zijn, maar blijft bij ons bij als een klim waar schijnbaar geen eind aan komt. Molden heeft geen spitse top, maar is een ronde koepel waardoor er tijdens de klim na elke vermeende top er nog één in de verte verscholen blijkt.



De wandeling start aan de parking bij Krossen. Je vind de parking ten Noordoosten van Hafslo. Vanaf daar moet je zo’n 600m klimmen. Onderweg wordt je al getrakteerd op mooie zichten, maar gaandeweg worden die steeds indrukwekkender. Je vindt beschrijvingen en kaartjes van deze wandeling op Wikiloc, bvb HIER.

Het eerste uitzichtpunt is bij Skjoldnaklanten, een geschikte plek voor een eerste pauze. Wij waren er op de middag en bleven er voor de picknick. Je hebt er al een prachtig zicht zuidwaarts op de Lustrafjord en als je je verrekijker mee hebt kan je lands de overzijde de staafkerk van Urnes zoeken.




Het tweede uitzichtpunt is iets over halverwege, bij de verlaten zomerboerderij Svarthiller.



Na de boerderij gaat het steil recht omhoog naar de top.




In het Westen de hoge toppen boven Balestrand
Dichter bij de top waaieren de paadjes uit. Molden heeft namelijk door de koepelvorm niet één, maar meerdere uitzichtpunten. Je kan ze op afstand zien door de steenmannetjes die opgeworpen zijn. Je krijgt zowel fjorden als hoge besneeuwde toppen samen te bewonderen, in panorama’s waarvan de evenknie nog te vinden valt. We maakten een rondwandeling om er enkele te bezoeken.

Naar het Noordwesten kijk je uit op de sneeuwbedekte toppen van Nationaal park Jostedalsbreen, met al zijn gletsjers die langs de zuidoostelijke zijde van de hoogvlakte afdalen, van Austerdalsbreen tot Nigardsbreen.




Nigardsbreen
Noordwaarts kijk je neer op Gaupne en de korte Gaupnafjord, met links de keten van Jostedalsbreen en helemaal op de achtergrond de toppen van Breheimen.




Breheimen, gezien vanop Molden
Naar het Noordoosten kijk je uit over de schiterende Lustrafjorden, met de dorpen Nes en Hoyheimsvik en aan het eind van de fjord, Skjolden.



Als onze laatste wandeling in Noorwegen was deze uitstap uiterst geslaagd. Een aanrader als je ooit richting Noorse fjorden trekt!

dinsdag 16 juli 2019

Superlatieventrip

Wellicht was dit de mooiste dagtrip die we tot nu toe in Noorwegen maakten – en met de minste inspanning ook. We reden eerst met de wagen naar Kaupanger, om er in te schepen op een autoferry richting Gudvangen. Van daar reden we met de wagen terug via Undredal, Flam, over het hoogplateau naar Laerdal en dan terug de Sognefjord over terug naar kaupanger.

 

Deze rondrit is een aanrader! De oude autoferry’s die de 48 km lange verbinding maken tussen Kaupanger en Gutvangen zijn alleen al de trip waard. Echte stukjes maritiem erfgoed, dat zijn het, en staan met recht op een lijst van beschermd erfgoed.

Wij scheepten in op één van de mooiste – de MF Skanevik - een pareltje van een ferry die al dateert uit 1967.





De tocht naar Gudvangen is drie uur genieten van de prachtigste landschappen, die aan een gezapig tempo voorbij glijden. De Skanevik heeft zowel binnen als buiten gezellige zitplekken, en zodra het keukentje open gaat kan je helemaal relaxen met een koffie en een stukje taart er bij.




Het eerste halfuurtje hebben we dus gewoon wat zitten chillen en genieten (en meeuwen voeren) - want de tocht begint met wijdse zichten op de Sognefjord. Verderop wordt het in de Aurlandfjord en Naeroyfjord steeds smaller maar daardoor ook indrukwekkender.

Zicht op de hoge toppen boven fresvik vanop de Sognefjord, linksaf voor de Aurlandsfjord
Net als het schip na een uurtje varen de bocht neemt voor de Aurlandsfjord, kan je rechts in de verte Leikanger zien liggen, met er achter de hoge toppen van Jostedalsbreen. Eenmaal de Aurlandsfjord binnengevaren, kregen we al de eerste van vele watervallen te zien.




Recht vooruit zie je de rots Kamben, die de splitsing naar de Naeroyfjord aangeeft.


Aurlandfjord
Na anderhalf uur tuft het schip de Naeroyfjord binnen. Vanaf hier wordt de tocht haast feeëriek. De fjord is smal en lijkt daardoor erg hoog en je vaart langs kleine en eeuwenoude nederzettingen die idyllisch aan de voet van de Fjordhellingen liggen.




De Naeroyfjord is trouwens UNESCO werelderfgoed. Deze fjord wordt, samen met de Geirangerfjord, 'beschouwd als archetypische fjordlandschappen en ze maken deel uit van de meest opmerkelijke schilderachtige fjorden van de hele wereld. Hun uitzonderlijke natuurlijke schoonheid komt tot uiting in hun smalle en steile rotswanden, die vele watervallen rijk zijn'.

Laat ik dus verder de beelden voor zich spreken...










Net geen drie uur varen kwam het eindpunt Gudvangen in zicht, met de waterval Kjellfossen als apotheose.


Een heerlijke tocht die ik iedereen kan aanraden. Je moet wel tijdig boeken, want zo groot zijn die ferry’s niet. Boeken kan online bij VisitFlam. Wij betaalden zo’n honderdveertig euro.

Maar daarmee was onze daguitstap nog niet gedaan. We moesten nog terug naar huis. En dat deden we per wagen. Eenmaal het stadje buiten rijd je onmiddellijk een 11,4 km lange tunnel in. Die verbindt Gudvangen met Undredalen en is met die lengte de op acht na langste tunnel ter wereld. Het is een fantastische bouwkundige verwezenlijking maar ik vind het door-een-tunnel-rijden op zich maar niks. En dik 11 km is lang - zo lang (en saai) dat het zelfs wat gevaarlijk wordt.

En dat is nog niks vergeleken met de volgende tunnel, want dat is de langste autotunnel ter wereld. Met 24,5 km lengte ben je in amper twintig minuutjes van Aurland naar Laerdal. Die is zo lang dat men de automobilisten onderweg wakker houdt door verbredingen aan te leggen die baden in een fel blauw licht - daar word je wel wakker van.

Maar de Lardaltunnel hebben we dus expliciet vermeden. Wij kwamen naar Noorwegen voor de landschappen en de natuur, niet om in een overgedimensioneerde mollengang te vertoeven.
Wij wilden de er boven gelegen hoogvlakte zien.





Maar na de Gudvangen tunnel sloegen we eerst af naar het kleine dorpje Undredal. Dat kleine en pittoreske dorpje ligt aan de Aurlandsfjord en staat, behalve voor zijn geitenkaas, vooral bekend voor de kleinste staafkerk van Noorwegen.

Een staafkerk is een volledig in hout opgetrokken kerk, waarvan het geraamte bestaat uit een aantal vertikale palen of staven. Rond het centrale deel dat het dak draagt is bij de grote exemplaren nog een lage rondgang gebouwd, mede voor de stevigheid. Nagels noch vijzen werden gebruikt, louter houten pennen.

Het staafkerkje van Undredal dateert van 1147. Een bezoekje binnenin is zeker de kleine toegangsprijs waard. Binnenin hangt er onder andere een Russische icoon van Sint-Nicolaas.





Na Undredal ging de tocht verder langs Flam richting Laerdalvangen. Flam staat bekend als vertrekpunt van de Flamsbana, of spoorlijn naar Myrdal. Deze staat bekend als één van de steilste ter wereld. Voor Flam liggen dan ook vaak grote cruiseschepen aangemeerd om toeristen voorde Flamsbana te ontschepen.



Helaas hadden we geen tijd om ook nog eens deze bekende toeristische attractie te doen. Maar we komen zeker ooit nog terug.  We wilden nog stoppen bij een andere attractie. We negeerden de toegang van de langste autotunnel ter wereld en reden links de Bjorgavegen op.

Net buiten Aurlandsvangen is een houten panoramapunt gebouwd, Stegastein. Die biedt een weergaloos zicht op de Aurlandsfjord. Rechts kijk je naar de recht tegenover Undredal gelegen Nisedalsfjell.



Links kijk je richting Flam en Aurlandsvangen.




En daarna volgden we de kronkelige weg naar boven. 's Winters is deze weg afgesloten, want ontoegankelijk door de sneeuw - het wordt dan ook de 'snow route" genoemd.



We reden door een groene vallei maar eenmaal boven op het plateau heerst er desolaatheid. De vlakte ligt er bezaaid met blauwe meertjes. 



Het groen bestaat er uit kleine plantjes die nauwelijks een cm hoog worden. Noorse wilg vormt er tapijten onder je voeten. Andere soorten zoals de Fjellsmelle (Stengeloze Silene) maken minuscule bloempjes die toch wat kleur brengen in het geheel. Dit is niet het Noorwegen dat ik uit mijn dromen meen te kennen. Ik dacht dat dit land vol stond met uitgestrekte naaldbossen waarin Elanden zich verbergen in de schaduw. Hier zou je zo'n beest al op kilometers zien staan.
Maar wel prachtig.






Het was een heel gevulde dag vol superlatieven. De langste tunnels, de kleinste staafkerk en indrukwekkende Unesco-erfgoed fjorden waren absolute toppers. We genoten dubbel van de boottocht, de prachtige vergezichten en de desolate rust op de hoogvlakte. En ondanks het goedgevulde programma, was er toch tijd voor ontspanning.