Om tien uur moesten we het eerste vakantiehuisje uit dus hadden we een volledige dag voor de trip westwaarts. Maar eerst nog een kort bezoekje aan Dalwood, het zo typisch Engelse dorpje waar we dagelijks doorsjeesden. En wat bleek: het kerkje was er Anglo-Romaans, de in onbruik geraakte telefooncel was omgevormd tot ruilbox en de lekkerste koekjes kan je er gewoon aan een poort kopen! Gelukkig had ik genoeg muntstukken op zak.
Van de mogelijke snelle routes naar Cornwall, een noordelijke en een zuidelijke, koos ik er geen één. Want die vermeden beide het nationale park van Dartmoor en dat wou ik op zijn minst eens vanuit de wagen gezien hebben.
Dat leverde alleen beelden op genomen vanop enkele stopplaatsen langs de weg. Uitgestrekte plateau's en heuvels vol heiden, schapen en Dartmoor-pony's, de kale rotsmassa's (tors) op de toppen ... en veel wandelaars. Genoeg gezien om te beslissen dat we hier ooit nog eens naar terug komen.
Onze laatste stop was halverwege, bij Postbridge. Hier bezochten we één van de bezoekerscentra van het nationaal park. En het was heerlijk uitblazen bij de twee bruggen over de oostelijke Dartrivier.
Beide bruggen blijken geklasseerd te zijn. De oudste dateert al van de dertiende eeuw. De zware platte rotsblokken hadden er al eeuwen postverkeer op zitten toen er na een vijfhonderd jaar een tweede en grotere brug gebouwd werd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten