zaterdag 6 juli 2019

Naar het Noorden

“Oei – Noorwegen. Hoe ver dat dat wel is”, was onze eerste gedachte toen dat land in beeld kwam als vakantiebestemming. En dat bleek ook waar te zijn. Drie dagen rijden was nodig om er te raken. Maar onze wens om toch eens noordwaarts te trekken was groot genoeg om dat terzijde te schuiven. En het reizen zelf is toch ook al vakantie?

Dus stippelden we minutieus de reis uit. De eerste dag reden we Duitsland door tot net voor de Deense grens, de tweede dag zou ons tot het topje van Denemarken brengen en op dag drie zouden we oversteken naar Noorwegen en dan de laatste honderden km overbruggen tot ons eerste vakantiehuisje aan de Lysefjord. De tweede week van ons verblijf wilden we verkassen naar de meer noordelijker gelegen Sognefjord.

De reisroute gaf me ook de mogelijkheid om onderweg enkele stranden aan te doen. Niet dat ik zo een zonneklopper ben – verre van – maar ik wou proberen mijn verzameling mariene schelpen aan te vullen met wat noordelijke soortjes. Daarom boekte ik een eerste overnachting nabij Schönhagen aan de Oostzee. Ik had er geen hoge verwachtingen, want de Oostzee is een brakke binnenzee. En dus vonden we slechts wat Nonnetjes en Brakwaterkokkels, maar gelukkig ook enkele Breedgeribde astartes. Maar die geringe buit werd ruimschoots goedgemaakt door de aanblik van een grote kolonie Oeverzwaluwen. Net buiten het dorp bestaat de kustlijn uit een steile, zanderige klif waar wel duizenden Oeverzwaluwen hun nesten in uitgraven. De lucht wemelde van die vogeltjes die er op insecten jagen.



’s Avonds, na een eerder saaie rit doorheen Denemarken bezochten we bij Hjorring een tweede strand, op zoek naar Noordkrompen. Helaas stond er een strakke wind uit de Noordzee en waren er daardoor weinig schelpen op het strand. We vonden slechts wat fragmenten hogerop het strand, bij wat kolken rond bunkerruines. De bunkers zelf zagen er uit als neergestorte ruimteschepen uit een ouwe SF-film en het stenige strand alsof een alien er zijn eieren had achtergelaten.


We voeren de derde dag Kattegat over van Hirtshals naar Kristiansand. Met de speedferry doe je daar zo’n drie-vier uur over.

En dan waren we in Noorwegen! De eerste kennismaking bestond uit een fikse regenbui, maar gaandeweg klaarde het gelukkig op en dan krijg je dergelijke zichten … we waren meteen verkocht.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten