Vandaag hadden we als doel de berghut le Châtelleret. Net als de wandeling naar le carrelet, moesten we er voor naar La Bérarde, maar daarna noordwaarts en onze tocht starten met de korte klim die we op onze eerste dag maakten.
Maar deze keer vervolgden we onze weg dieper de vallei in.
Voor ons de Tête de la Gandolière (3542m) |
Het zicht voor ons was fantastisch en maakte ons nieuwsgierig naar wat er om de hoek lag.
Het zicht terug, richting La Bérarde is al even knap. En de bloemen stonden er stralend bij.
Naarmate we vorderden, werden de rotspartijen en watervallen steeds indrukwekkender.
Tête du Rouget (3418m) en Pic Gény (3435m) en le Plaret (3563m)
De bergrivier wordt op deze hoogte begeleid door groepjes Witte elzen. Daarin verschool zich een vogeltje met een zang dat het vrouwke niet kon thuisbrengen. De ganse tijd liep ze te speuren of die onbekende zanger zich wou blootgeven.
Tot ie toch opeens bereid was kort te poseren. Bleek het een Barmsijs te zijn! Een soort waarvoor je normaal naar het hoge noorden moet maar die ook in de hoge alpen ’s zomers waar te nemen valt - als ie meewerkt tenminste …
Een gemsenfamilie en Parnassia, een bloempje dat bij ons in België bekend is van natte duinpannen in de kustduinen.
En dan kwam stilaan het einddoel in zicht. De vallei loopt te pletter op het massief van La Meije. Niet te geloven dat achter dit natuurschoon een skigebied verscholen gaat: dat van La Grave.
Het laatste stuk gaat het weer steiler omhoog naar de berghut toe. Gaandeweg veranderd de flora ook en zien we al meer typische planten van het hooggebergte verschijnen, soorten van kale rotspartijen en morenes, zoals Grijs kruiskruid (Senecio incanus) en Adenostyles leucophylla.
Tolpis staticifolia |
En als dat doel geen bergtop was, dan was het tenminste een berghut. In een berghut krijg je dan wel niet dat heerlijke bergtopgevoel, maar zo’n warme chocomelk, erwtensoep of spaghetti maakt dat gemis ruimschoots goed. En een terras met zo’n zicht als dit … dat kan tellen.
Ik vind deze wandeling mooier dan die naar le Carrelet, maar misschien is dat net doordat deze refuge wèl geopend was. En bovendien hadden ze er nog een stuk overheerlijke bosbessentaart voor mij gelaten.
Voor ons bergwandelaars was de Refuge Du Châtelleret het eindpunt, maar voor bergbeklimmers is dit maar het eerste opstapje naar het echte werk. En het tweede opstapje bevindt zich daar boven op de rotsen. Ik weet niet of je het kan vinden op de linkse foto, maar de Alpiene club van Frankrijk heeft er een nog een refuge gebouwd, de “refuge du Promontoire”.
Het is een stalen stekkedooske dat toch onderdak biedt voor een dertig klimmers of skiërs. Het lijkt onwezenlijk te balanceren op een richel op 3092m hoogte. Van daar uit vertrekken tientallen klimroutes over de befaamde rotspartijen van La Meije. Bezoek zeker eens de webstek van de refuge om een beeld te krijgen van het leven in de berghut, de prestaties van de klimmers en de pracht van de natuur daar boven.
<< Terug naar dag 1
> Verder naar de volgende dag
Geen opmerkingen:
Een reactie posten