Na twee dagen stevige wandelingen lassen we een rustdag in. Een rustdag houdt in dat iedereen lang onder de veren mag blijven en dat er geen lange we-hebben-een-rugzak-met-water-proviand-en-regenkledij-nodig wandelingen gepland worden.
Maar dat wil niet zeggen dat we stilzitten op een rustdag. Want een zittend gat hebben we niet ...
Vermits de kinderen al aangekondigd hadden lang uit te slapen en het vrouwke in het zonnetje wou zitten, zag ik de kans schoon om er met het fototoestel op uit te trekken. Zondag hadden we tijdens een verkennende wandeling richting Kenmare bay al een mooie ontdekking gedaan.
Kuierend langs het keienstrand waren we op een kolonie oeverzwaluwen gestoten. En ik wou die nu op de foto.
Sorry voor de slechte composietfoto, maar je krijgt wel een idee waar die beestjes huizen. Links zie je Kenmare bay, voor je het keienstrand en rechts een stuk waar een storm de oever weggeslagen heeft en een steile, zes meter hoge klif achtergelaten heeft. Wrakhout lag er ook nog eens fotogeniek te wezen.
Zo'n steilwand dicht bij het water is een uitgelezen plek voor de kleinste van onze Europese zwaluwen: de oeverzwaluw. Die maakt koloniegewijs gatenkaas van zo'n wand. Elk gat in de wand is de toegang tot een nesttunnel. Kan je geloven dat die kleine vogeltjes in zes-zeven dagen zo'n tunnel uitgraven? Klein maar sterk!
Ik heb wel tachtig foto's gemaakt alvorens ik er enkele had waar ik mee kon terugkeren zonder af te gaan als een gieter. Eerst stond mijn stabilizer nog in mode 1 - alles flou. Dan zat ik met tegenlicht in de problemen - zo alleen silhouetten dat zegt niet zoveel. Daarna bleek die sportinstelling voor snel bewegende beelden ook niet zo handig - die beestjes zijn sneller dan een F1-koersmobiel in een koop-een-Canon-publiciteit. Dan bleek zonder stabilizer toch beter te zijn, maar dan wel in de hoogste sluitersnelheid dat mijn toestel aankan: 1/4000sec. Ik pobeerde ze ook in beeld te krijgen als ze uit net nest vlogen, na het voederen - zo rap jong! Het was pas toen ik het probeerde terwijl ze roepend langs de nestopeningen scheerden, ik eindelijk iets in beeld kreeg waar ik blij mee was.
Gelukkig zat daar ook nog een Kwikstaartje, dat wél gewillig voor me poseerde!
Maar eerst gingen we wandelen op een klein schiereilandje in Kenmare river waar men een lokaal park van maakte: Reenagross Park. Het is een afwisseling van moerassige kreken en beboste ruggen. Soms loop je er door tunnels van kronkelige Rododendron.
De wandelrondgang levert je mooie zichten op Kenmare river en de vele kreekjes.
Bonte kraaien maakten er capriolen op zoek naar voedsel in het slik.
Op het puntje van de landtong staat een knoestige meidoorn met bankje waar het heerlijk toeven is.
Maar waar Dochter het meest naar uitkeek was een bezoekje aan de winkeltjes in Kenmare. Er was daar één winkeltje dat goed aan ons verdiend heeft vandaag. Wat zo leuk is aan de dorpjes en stadjes in Ierland is dat ze hun huizen en zeker de winkels opvallend verven. Prachtig is dat - al die kleuren. Je wordt er vrolijk van. Misschien helpt die muziek uit bars en van terrasjes daar ook wel bij.
We eindigden ons tochtje door Kenmare met een bezoekje aan de stone ring. Die ligt, zoals haast alle dergelijke historische sites, op privé-terrein. En ik weet niet of het altijd zo was, of alleen sinds de recessie in Ierland, maar op zo'n plekken moet je dus betalen. En ik ben in België ook al geen fan van Thuja-hagen, dus vond ik de setting van de toch wel indrukwekkend grote ring spijtig genoeg nogal kunstmatig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten